publicatie van de Barns
in
Eigenhuis & Interieur
FOTOGRAFIE ALEXANDER VAN BERGE TEKST ERIK PAUL JAGER
Perfect gekapt
Ruimte in overvloed en een spectaculair maar rustgevend interieur onder een majestueuze kap.
Dat alles in een natuurgebied op een kwartiertje rijden van Amsterdam. De boerderij die architect Ellen Sander verbouwde, heeft het allemaal.
‘Geweldige locatie en heel veel geschiedenis,’ antwoordt architect Ellen Sander (55) op de vraag wat er door haar heenging toen ze de boerderij voor het eerst zag. ‘En ik werd op slag verliefd op de kapconstructie.’ De ligging, in een natuurgebied op een kwartiertje rijden van Amsterdam, is inderdaad adembenemend. De blik reikt in alle richtingen zo’n beetje tot aan de horizon, en de enige buren zijn de rondgrazende koeien. Ook de geschiedenis van het pand is opmerkelijk. De boerderij stamt uit 1784, maar was bij een brand in het begin van de twintigste eeuw flink beschadigd geraakt. Het voorhuis, compleet met monumentale trap met bordes die aan de Amsterdamse grachten niet zou misstaan, ging daarbij grotendeels verloren. Alleen de kaaskelder met gewelven bleef behouden.‘De toenmalige bewoners bouwden op die kelder een laag en onaanzienlijk huisje terug. Maar toen bleek dat het bestemmingsplan de hoogte van het oorspronkelijke voorhuis toestond. Daarop besloten we dat huis af te breken en te vervangen door iets mooiers.’
ONORTHODOXE KEUZES
Het bouwproces begon in 2009 en nam twee jaar in beslag. In de oorspronkelijke boerderij werd het rieten dak vernieuwd en werden alle ramen vervangen. Bovendien werd de kapconstructie overal zoveel mogelijk zichtbaar gemaakt. Het nieuwe voorhuis kreeg een gevel van hout van de Amerikaanse douglasspar. ‘Dat is duurzaam en vergrijst mooi in de loop der jaren.’ Planken van alle breedtes werden gebruikt om het dak mee te betimmeren. ‘Dat vond de aannemer raar, niet alleen dat het dak van hout werd, maar ook dat er planken van verschillend formaat op gingen. Maar zo werd het vroeger ook gedaan. Je gebruikte gewoon al het hout dat van de bomen kwam, ook de minder courante delen.’ Afvoer en goten zitten onder de planken verstopt om een mooi rustig effect te bereiken. ‘Die rust heb ik binnen ook opgezocht door met zo min mogelijk verschillende materialen te werken. Daarnaast heb ik geprobeerd een volledig open plattegrond te maken door maar op een paar plekken deuren en wanden te plaatsen. Dat levert een functionele indeling met een ruimtelijke rust op en creëert uitzicht en overzicht. Intuïtief voel je zo steeds de kwaliteit van de plek.’
KAP IN DE HOOFDROL
Duurzaamheid speelde een grote rol. De boerderij wordt bijvoorbeeld op een aangename temperatuur gehouden door middel van aardwarmte. En de luiken, die automatisch sluiten wanneer het gaat stormen, worden aangedreven door zonne-energie. Een windmolen op het dak registreert de windkracht. De oude boerderij kreeg een kap van riet uit het omliggende natuurgebied en de muren werden voorzien van een leemlaag, omdat leem vochtregulerend werkt en bovendien goede akoestische eigenschappen heeft. Het interieur is feitelijk één grote ruimte, waarbij alleen enkele badkamers, de wasruimte en de wc’s aparte vertrekken zijn. De rest van het huis, ruim vierhonderd vierkante meter groot, vormt een gigantische, doorlopende woonruimte die slechts op een paar plekken afsluitbaar is door strategisch geplaatste houten draaiwanden. Overal is de kapconstructie zichtbaar. De enkele besloten ruimtes hebben namelijk een glazen plafond, waardoor wat Ellen ‘de ziel van het pand’ noemt, altijd in het zicht blijft.
TUSSEN MOESTUIN EN NATUUR
Ondanks de enorme ruimte voel je je binnen beschut. Dat komt niet alleen door de natuurlijke materialen en de rust die het interieur uitstraalt; het zit ook in de buitenluiken voor alle ramen en deuren. Als het moet, kan de boerderij volledig worden afgesloten van de buitenwereld. Die relatie tussen binnen en buiten speelde een belangrijke rol in het ontwerp van Ellen Sander. ‘Zelfs rondom het huis. We hebben daar een onderscheid gemaakt tussen de binnentuin en de buitentuin. De eerste heeft een moestuin en een boomgaard; de tweede is het natuurgebied. Er zijn op een aantal plekken openingen gemaakt, niet alleen in de tuin, ook in de stal. Daardoor ontstonden allerlei doorkijkjes.’Overal contrasteert oud met nieuw. In de nieuwbouw liggen zogenaamde geeltjes: bakstenen die onder de betonvloer van de stal tevoorschijn kwamen. Ze werden overlangs in tweeën gezaagd om ze geschikt te maken voor vloerverwarming. In de oudbouw kwam juist een strakke betonvloer. ‘Ik houd van die contrasten. En zo is er ook eenheid tussen de twee gedeeltes van het huis.’








